De FOD Financiën hield recent zijn traditionele persconferentie over de opening van Tax-on-Web voor de aangiftes in de personenbelastingen AJ2022 – Inkomsten 2021.
Hieronder de meest essentiële informatie voor u:
Deadline papieren aangifte: 30/06/2022
Deadline TOW Burger/Vereenvoudigde aangifte: 15/07/2022
Als aannemer bent u onderworpen aan een attesteringsplicht bij renovatiewerken aan een verlaagd btw-tarief van 6%. Sinds 1 januari 2022 kan dit attest vervangen worden door een standaardverklaring op de factuur die u opmaakt aan de klant.
Vanaf 1 juli 2022 wordt het gebruik van het attest definitief afgeschaft.
Te vermelden op de factuur
De standaardverklaring die u moet vermelden op de factuur is:
“Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste tien jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21% van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
Uw klant heeft dan één maand de tijd om te reageren. Indien hij dit niet doet ligt de verantwoordelijkheid voor de toepassing van het verlaagd btw- tarief voor de ouderdom van de woning en de hoedanigheid (privé bewoning of niet) volledig bij de klant.
Door de hervorming van de toepasselijke btw-regels op verkopen op afstand en op de B2C diensten die worden verricht in andere lidstaten van de EU, wordt het MOSS systeem uitgebreid en omgevormd naar een éénloketsysteem (OSS genoemd). Die Europese hervorming zal in alle lidstaten van de EU op gelijkvormige wijze gelden vanaf 1 juli 2021.
Er wordt een nieuwe algemene drempel ingevoerd van 10.000 €, waarboven de belastingheffing van de intracommunautaire afstandsverkopen van goederen en van de TBE (telecommunicatie, braodcasting en elektronische diensten) diensten aan particulieren gebeurt in de lidstaat van verbruik.
VOORBEELD
U bent gevestigd in België en u levert uw producten aan particulieren gevestigd in België, Duitsland en Nederland.
Door een levering aan een particulier in Nederland, hebt u de drempel van 10.000 euro overschreden voor uw intracommunautaire afstandsverkopen van goederen.
Voor die verkoop en de toekomstige verkopen, moet u de btw aangeven en betalen in de lidstaat van aankomst van de goederen (Duitsland en Nederland). U kunt zich registreren in de Unieregeling van OSS. U zult dan vrijgesteld zijn om u voor de btw te laten identificeren in Duitsland en in Nederland. U doet aangifte en betaalt de btw voor uw afstandsverkopen aan Duitsland en Nederland via de aangifte OSS – Unieregeling.
Uw binnenlandse verkopen in België zullen worden opgenomen in uw gebruikelijke Belgische periodieke aangifte.
Vanaf 1 april 2021, kunt u zich registreren in de Unieregeling van OSS, via Intervat. Die voorafgaande registratie is verplicht om het éénloketsysteem te kunnen gebruiken vanaf 1 juli 2021.
U dient elk kwartaal een aangifte OSS – Unieregeling in, waarin u voor elk van de betrokken lidstaten de verschuldigde btw opneemt voor de afstandsverkopen die u heeft verricht.
Er verandert niets voor de nationale leveringen die u verricht in België. U moet die steeds opnemen in uw periodieke aangifte. U kunt evenwel geen btw aftrekken via de aangifte OSS – Unieregling.
B2C diensten
Het éénloketsysteem zal ook toepasselijk zijn op andere dan TBE diensten in een B2C context. De volgende diensten kunnen genieten van de Unieregeling:
De diensten die al vanaf 1 januari 2015 konden genieten van de vereenvoudigingsregeling van het mini-één-loket (MOSS – Unieregeling). Het gaat om de telecommunicatiediensten, de radio- en televisieomroepdiensten of de elektronische diensten die gelokaliseerd zijn op de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd.
De diensten die gewoonlijk niet worden verleend op de plaats waar de hoofdzetel van uw onderneming zich bevindt, met andere woorden:
de diensten die verband houden met een onroerend goed, gelokaliseerd op de plaats waar dat onroerend goed zich bevindt, zoals werkzaamheden in onroerende goederen
de diensten voor personenvervoer, gelokaliseerd op de plaats waar het vervoer wordt uitgevoerd, in verhouding met de afgelegde afstanden
de diensten voor goederenvervoer, andere dan het intracommunautair vervoer van goederen, gelokaliseerd op de plaats waar het vervoer wordt uitgevoerd, in verhouding met de afgelegde afstanden
de diensten voor intracommunautair goederenvervoer, gelokaliseerd op de plaats van het vertrek van het vervoer
de diensten die verband houden met culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve, amusements- of soortgelijke activiteiten, zoals beurzen en tentoonstellingen. Inclusief de diensten van de organisatoren van zulke activiteiten (recht van toegang) en de met die activiteiten samenhangende diensten, die worden gelokaliseerd op de plaats waar die activiteiten daadwerkelijk worden uitgevoerd
de met het vervoer samenhangende diensten, zoals het laden, het lossen, het behandelen en soortgelijke activiteiten, die worden gelokaliseerd op de plaats waar die diensten materieel worden geleverd
de expertises en werkzaamheden voor lichamelijke roerende goederen, die worden gelokaliseerd op de plaats waar die diensten materieel worden geleverd
de restaurant- en cateringdiensten (met uitzondering van die die materieel worden geleverd aan boord van een schip, vliegtuig of trein tijdens het in de Gemeenschap uitgevoerde gedeelte van een passagiersvervoer), die worden gelokaliseerd op de plaats waar die diensten materieel worden geleverd
de restaurant- en cateringdiensten, die materieel worden geleverd aan boord van een schip, vliegtuig of trein, tijdens het in de Gemeenschap uitgevoerde gedeelte van het vervoer, die worden gelokaliseerd op de plaats van vertrek van het passagiersvervoer
de verhuurdiensten op korte termijn van een vervoermiddel, die worden gelokaliseerd op de plaats waar het vervoermiddel daadwerkelijk aan de ontvanger wordt aangeboden
de verhuurdiensten, anders dan op korte termijn, van een vervoermiddel (uitgezonderd een pleziervaartuig ), die worden gelokaliseerd op de plaats waar de ontvanger is gevestigd of zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats heeft
de diensten verleend door een tussenpersoon die handelt in naam en voor rekening van een ander, die gelokaliseerd worden op de plaats waar de hoofdactiviteit wordt uitgevoerd.
De drempel van 10.000 € per jaar is niet van toepassing op de andere diensten (hierboven opgesomd). Als u bijvoorbeeld aan particuliere klanten tickets verkoopt voor voorstellingen in Frankrijk, Nederland en Duitsland, zal die dienst steeds worden gelokaliseerd op de plaats van de uitvoering. Ongeacht het jaarlijkse omzetcijfer dat u zult realiseren voor dat soort activiteiten.
Dit geldt ook voor het binnenbrengen van belastingaangiften!
Gelieve dus steeds voorafgaand contact te nemen en niet onaangekondigd ons te bezoeken.
Een afspraak maken kan telefonisch 03/828.18.42 of per email inlichtingen@andries-saman.be
Desondanks blijft communicatie via telefoon/mail primair en gewaardeerd.
Een aannemer is gedurende 10 jaar burgerlijk aansprakelijk voor ernstige gebreken in de door hem opgerichte constructie of gebouw na aanvaarding van de werken door de bouwheer. Er is echter geen verplichting voor de aannemer om zich daarvoor te laten verzekeren, maar daar komt vanaf 1 juli 2018 verandering in. Wanneer dient u als aannemer dan een verzekeraar onder de armen te nemen, of m.a.w. voor welke werken geldt die verplichte verzekering juist?
Vanaf 1 juli 2018 is het dan inderdaad zo ver. Een aannemer is vanaf dan in principe verplicht een verzekering af te sluiten om zijn burgerlijke aansprakelijkheid voor ernstige gebreken in gebouw of constructie te dekken. Een aannemer moet vanaf dan o.m. aan zijn bouwheer een verzekeringsattest kunnen overhandigen. Sterker nog, de verplichte verzekering geldt niet enkel voor aannemers, maar strekt zich daarenboven uit tot alle andere dienstverleners in de bouwsector, zoals bv. studiebureaus. Bedoeling van de wetgever daarbij was om iedere actor in de bouwsector op gelijke voet te behandelen. Architecten waren immers al langer verplicht om zo’n aansprakelijkheidsverzekering te sluiten.
Echter, niet alle werken dienen verzekerd te worden. De verplichte verzekering geldt enkel in de woningbouw en dan nog moet het gaan om werken waarvoor de tussenkomst van een architect of m.a.w. een stedenbouwkundige vergunning vereist is. Het betreft dus werken die de stabiliteit van het gebouw kunnen aantasten. Ook waterdichtheid dient verzekerd te worden voor zover die dan de stabiliteit van het gebouw in het gedrang kunnen brengen. Werken aan een industrieel pand vallen dus sowieso buiten de verzekeringsplicht want enkel gebouwen die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor bewoning door een gezin of door een alleenstaande en waar de verschillende gezinsactiviteiten worden uitgeoefend, vallen onder de verzekeringsplicht. Voor elektriciteitswerken aan een woning hoeft ook geen verzekering afgesloten te worden want die werken kunnen immers de stabiliteit van de woning niet aantasten. De verplichte verzekering heeft ten slotte geen betrekking op zuiver esthetische schade, zichtbare schade of schade die door de verzekerde gekend is op het moment van voorlopige oplevering, alsook niet op immateriële schade. Daarenboven moet de materiële schade immers minstens 2.500 euro bedragen.
Valt een aannemer onder de verzekeringsplicht, dan kan er gewoonweg een jaarpolis afgesloten worden, maar ook een verzekering per werf behoort tot de mogelijkheden. Het is eveneens mogelijk een globale verzekering af te sluiten voor rekening van alle verzekerden die op een bepaalde werf dienen op te treden. Een aannemer checkt dus best op voorhand of zo’n globale polis afgesloten is. Welk bedrag dient verzekerd te worden, hangt af van de wederopbouwwaarde van de woning. Indien de heropbouw van het betreffende gebouw het bedrag van 500.000,00 euro zou overschrijden, moet op zijn minst dit bedrag van 500.000,00 euro verzekerd worden. Indien de heropbouw van het betreffende gebouw lager is dan 500.000,00 euro, dan dient de volledige waarde van de woning verzekerd te worden